“We zijn niet de savanne van Afrika, maar we hebben wel een uitgebreid wildbestand”, zegt een van onze experts. We wilden wel eens weten hoe en waar je een bever kan spotten, wat je moet doen als een everzwijn je pad passeert en hoe lang je naar de hemel moet turen om een roofvogel te zien? Blijkt dat je wild net zo goed aan je achterdeur kan spotten. En wil je ze allemaal op een hoopje zien, dan moet je naar de Ardennen. “Het mekka van de wildspotters”, klinkt het.
De experts:
Koen Kohlbacher (40) werkte als tv-maker onder andere mee aan het programma ‘Wild van Dieren’ op VTM. Hij ziet zichzelf niet als een klassieke dierenspotter, maar eerder als een enthousiaste liefhebber. “In de natuur doe ik het meest inspiratie op. Ik ben muzikant bij Birds That Change Colour en tekstschrijver en als het hoofd tot rust komt, komen de melodieën en woorden vanzelf.” Volgens Koen zijn een beetje kennis en interesse genoeg om van elke wandeling een boeiende speurtocht te maken. “Je moet geen bioloog zijn om de natuur te kunnen lezen.”
Frederik Thoelen (32) is directeur van Vogelbescherming Vlaanderen. Zijn hobby is het filmen van wilde dieren. Zo maakte hij een dassenfilm die op aanvraag in het bezoekerscentrum van de Voerstreek wordt vertoond. Nu werkt hij aan een beverfilm in de bossen van Houffalize in de Ardennen. Hij werkte mee aan het VRT-programma ‘Dieren in Nesten’. Frederik post zijn films rechtstreeks op zijn Facebookpagina Wild Things Natuur .
De link tussen de experts
“Ik heb een enorme fascinatie voor de lynx, een grote wilde kat”, vertelt Koen Kohlbacher. “In 2011 bedacht ik een rubriek voor het VRT-programma ‘Dieren in Nesten’ waarmee ik die passie kon botvieren: ‘Operatie Lynx’. Samen met een team aan ervaren dierenspotters en biologen zoals Frederik wilden we de lynx op beeld vastleggen. Na een half jaar zoeken in de Oostkantons, de Voerstreek en andere locaties vonden we geen lynx, maar we slaagden er wel in om een wolf te filmen met een cameraval. Zo leverden we het bewijs dat de wolf na meer dan honderd jaar terug was in ons land.”
Frederik pikt in. “Dankzij onze zoektocht naar de lynx konden we het verhaal van heel wat ander wild in België vertellen. Door te filmen in de Voerstreek konden we het over de dassen hebben, op andere locaties hadden we het dan over de bever of de ree. En de klap op de vuurpijl was de wolf natuurlijk.” Maar de ‘tijger’ laat Koen niet los. “Telkens ik naar de Ardennen rijd, hoop ik die fabuleus mooie kat te kunnen spotten. De lynx is het spook van het woud.”
Voor je begint
Koen: “Dieren spotten is geen sportwedstrijd. Het gaat niet om het meest, het snelst of het dichtst. Het komt er volgens mij op neer dat je kan genieten van een dier en zijn gedrag in zijn natuurlijke omgeving.”
Positieve noot
Frederik: “Tot begin jaren zeventig werd alles wat ook maar leek op een roofdier vernietigd. Gelukkig is dat verleden tijd. Nu vind je overal in Vlaanderen roofdieren. Het besef is er eindelijk dat een roofdier – zowel een zoogdier als een roofvogel of uil – heel belangrijk is voor het ecosysteem. Waar je een vos of een buizerd kan spotten, duidt dat er op dat er ook prooidieren zijn als kenmerken van een gezond en evenwichtig ecosysteem. Het is zaak om te leren samenleven met roofdieren, bijvoorbeeld door je kippen ’s nachts op stok te laten.”
Waar moet je op letten
- Je hoeft geen uren verkleumd in een jagershutje te wachten tot het eerste dier passeert. Zelfs tijdens een wandeling of looptochtje kan je wild spotten. Voorwaarde is wel dat je stil bent. “En dat je de comfortzone van het wilde dier respecteert”, vult Koen aan.
- “Het lijkt misschien raar, maar je maakt minder kans op wild als je het bos in gaat”, weet Frederik. “Beste plaats om ze te spotten is de bosrand. Naar de avond toe of ’s morgens bij zonsopkomst houdt wild zich ook vaak op nabij open velden. ’s Nachts maak je meest kans door te ‘spotlighten’, maar dat mag niet overal”, voegt hij er snel als waarschuwing aan toe. “Door met een zaklamp even over een veld te schijnen, creëer je hetzelfde effect als een passerende wagen. Het meeste wild in ons land is daar aan gewend. Als je lamp blijft schijnen op een bepaalde plek jaag je het wild weg. Zelfde gebeurt als je halt houdt met je wagen. Dat zijn afwijkingen van het normale en daar houden wilde dieren niet van.”
- Draag geen al te opvallende kleren en vermijd parfums.
- Loop het liefst tegen de wind in zodat de dieren je niet horen of ruiken.
“Je moet geen bioloog zijn om de natuur te kunnen lezen” (Koen Kohlbacher)
De locaties
Zeehonden aan de Kust
Beide experts tippen Zeeland als beste plaats waar je de gewone en grijze zeehond ziet rusten. “Aan de Belgische kust zie je ze minder door een gebrek aan zandplaten én rustige stranden”, aldus Koen. Toch zie je ze bij ons soms ook. “In Koksijde zijn er golfbrekers waar je ze al eens ziet zonnen en zelfs aan de Kallosluis bij Doel, op amper 15 kilometer van Antwerpen, zwemmen ze in de Schelde”, aldus Koen. Frederik tipt ook nog de binnenhaven van Blankenberge waar speciaal een ponton werd aangelegd voor rustende zeehonden. “In de IJzermonding aan de kant van Lombardsijde heb je kijkhut ‘Zeehond’ van waaruit je soms zeehondjes kan zien rusten. Vanuit de kijkhut heb je vooral een goed zicht op de vele vogels die in het natuurgebied neerstrijken.”
Benader zeehonden niet te dicht. “Als ze in het nauw gedreven worden, kunnen ze agressief uit de hoek komen. Een beet is niet zonder risico, want hun muil zit vol bacteriën”, waarschuwt Koen.
Wandeltip: De IJzermondingwandeling (13 km)
Reeën in de Westhoek/Vlaamse Ardennen/Voerstreek…
“Reeën kan je bijna overal in Vlaanderen aan de rand van het bos spotten. Bij valavond of vroeg in de ochtend maak je het meeste kans”, zegt Frederik. “Moeilijker wordt het als je een edelhert wil zien. Die houden zich vooral in de Ardennen op. Je ziet ze aan de bosrand grazen of op velden.” Volgens Koen maakt het edelhert nu pas zijn eerste schuchtere stappen in Vlaanderen. “Je vindt een aantal exemplaren in Noord-Oost-Limburg. Ik stel voor ze daar nog even met rust te laten. In het zuiden van het land, bijvoorbeeld in de Hoge Venen nabij Signal de Botrange of in de buurt van Houffalize en La Roche, zitten er veel meer en kan je ze makkelijker spotten. Als mannetjes bronstig zijn in september en oktober, burlen ze en kan je ze zien vechten. Een overweldigende ervaring! Je voelt je klein, nederig en dankbaar dat je de oerkracht van ons grootste zoogdier mag ervaren.”
Wandeltip (voor het spotten van reeën): De Sixtusbossen in de Westhoek (11 km)
Dassen in de Voerstreek
Frederik gidst vaak dassenwandelingen in de Voerstreek. “Je kan er niet naast de sporen kijken. De dieren zijn vooral actief als de avond valt. Het zijn nachtdieren, dat wil zeggen dat ze je niet goed zien in het donker. Hou voldoende afstand, draag donkere kleren en wees vooral stil.” Koen herinnert zich nog de jaren tachtig toen de das eerder zeldzaam was. “Onze ‘panda’ is terug van weggeweest. Je herkent een dassenhuis aan de verschillende holen in een helling en een grote hoop grond. Dassen hobbelen ’s nachts graag op hun wissels naar weilanden en boomgaarden op zoek naar fruit, slakken en pieren. Als ze onder een prikkeldraad lopen, blijven de stijve dassenhaartjes al eens aan de pinnetjes hangen.” Frederik geeft nog een ultieme tip mee. “Dassen zijn ’s nachts ook goed te zien als het net geregend heeft, want dan zitten de regenwormen erg hoog. Is er dan een tuin pas gemaaid, dan kunnen ze met hun snuit tot vlak boven de grond als grasmaaiers tientallen keren op en neer lopen, al snuffelend. Onwaarschijnlijk om te zien, maar om de paar seconden trekken ze wel een aantal regenwormen naar boven.”
Wandeltip: De Altenbroekwandeling (10 km)
De bever in de Dijlevallei
De bever werd enkele jaren geleden ‘illegaal’ uitgezet in Vlaanderen. Ondertussen komen ze voor in alle provincies, met uitzondering van West-Vlaanderen. Je vindt ze onder andere langs de Schelde-oevers in Bornem, de Dijlevallei, Demervallei, de benedenloop van de kleine Nete, het Mechels Broek en in Limburg langs de Maas. “Beverfamilies volgen de waterlopen. Het zijn schuwe dieren die zich maar moeilijk laten spotten”, zegt Frederik die momenteel een beverfamilie volgt in de bossen rond Houffalize. “Het zijn dieren die door hun bouwwerken de biodiversiteit van een bepaald gebied enorm in de hand kunnen werken.” Ook Koen houdt van de grote knaagdieren met hun afgeplatte en geschubde staart. “Met hun dammen leggen ze meertjes aan. Grasland wordt moerasland en zo ontstaan er vochtige weides die op hun beurt weer een hele variëteit aan wild aantrekken. Een beverdam is dus een ideale locatie om ook heel wat andere dieren te spotten. Bevers zijn architecten. Niet alleen van dammen en burchten, maar ook van natuurgebieden.”
Blijkt dat de herfst de interessantste periode is om bevers in het wild te zien. “Ze zijn dan volop bezig met hun bouwwerken”, aldus Koen. “Je ziet ze best bij valavond of vroeg in de ochtend. Het is een kwestie van muisstil te zijn. Ze voelen trillingen in het water.” Koen geeft nog mee dat we een bever niet mogen verwarren met een muskusrat. “Het verschil zit hem vooral in de staart. Ratten hebben een ronde staart.”
Wandeltip in het Zuid-Dijleland: Margijswandeling (8,5 km) die door natuurgebied Doode Bemde trekt – Start (en parking) langs de kant van de weg in de Kapelweg, Neerijse – Volg knooppunten: 213 – 214 – 215 – 216 – 219 – 223 – 222 – 221 – 104 – 103 – 102 – 212 – 213.
Everzwijnen in de Ardennen
“De Ardennen is dé locatie bij uitstek om grofwild te zien”, aldus Frederik. “Het zit er allemaal: edelhert, bever, everzwijn, vos… Vooral als de schemering invalt op het einde van de lente maak je de beste kans om wild te zien aan de rand van het bos of op wegjes tussen de velden. Eigenlijk zijn everzwijnen de moeilijkste om te spotten omdat ze extreem schuw zijn.” Frederik tipt vooral de Oostkantons en de streek rond Houffalize aan als beste spottersplekken.
Ook Koen is regelmatig in de Ardennen te vinden op zoek naar wild. De favoriete spots van Koen zijn de streek rond de Semois, Baraque Fraiture en de Oostkantons. “Everzwijnen herken je makkelijk aan hun hoefafdruk”, aldus Koen. “Twee hoeven van voor en twee kleine naar buiten staande teentjes achteraan. Je vindt ze ondertussen ook op veel plaatsen in Vlaanderen. Zwijnen houden vooral van eiken- en beukenbossen.”
Wandeltip: De vallei van de Statte (10 km) – bewegwijzerd met blauwe rechthoek – start (en parking) aan kerk van Solwaster (adres: Solwaster 14, Jalhay).
“Een roofdier duidt op een efficiënt ecosysteem” (Frederik Thoelen)
Roofvogels in de lucht
Vogelbescherming Vlaanderen heeft het niet begrepen op roofvogelshows. “Als je overdag gaat rondvliegen met een uil, dan stopt het educatief verhaal”, aldus Frederik. Volgens hem kan je bij warme dagen heel makkelijk roofvogels spotten in de lucht. “Uilen spot je best met een gids in een steengroeve in de Ardennen, voor rode wouwen moet je in de Oostkantons zijn en buizerds en torenvalken zie je heel vaak boven autostrades fladderen of zittend op een paaltje. De kiekendief vind je eerder in de polders en de bruine kiekendief boven rietvelden…” Frederik kan wel nog even doorgaan.
Koen wil een lans breken voor kleine gebieden die vaak verloren liggen tussen verkavelingen, industrieterreinen of akkerlanden. “Ook zonder de stempel ‘natuurgebied’ kunnen sommige plekken waardevol zijn. Ik denk aan de vijver achter de tuin van mijn ouders waar ooit kiezel werd uitgegraven. De visarend, de dodaars, wintertaling, bruine kiekendief en recent nog de zeldzame houtsnip hebben we er al gezien. Dat zijn niet zo maar de eerste de beste vogels.”
Koen had ooit een close encounter met een ijsvogel, de natte droom van vele vogelliefhebbers. “Ik was op de Nete aan het kanovaren en plots schoot hij ons als een staalblauw – oranje vuurpijl voorbij. Ik kreeg er rillingen van. Als hij je zo verrast, heeft dat het effect van een eerste shot espresso in de ochtend. Met zijn kleurenpracht lijkt hij wel een exotische vogel uit de tropen. Hem in het water zien duiken, jagend op vis is een spektakel.”
Wandeltip: Ornitholoog Dirk Draulans wordt extatisch bij het zien van een roofvogel in de Putten nabij Doel. (6 km)
Met dank aan Wim Dirckx en Natuurpunt voor het gebruik van de foto’s.
(Marijn Follebout, 26 oktober 2017)