Er valt meer te zien en te beleven aan de Kust dan enkel de zee en het strand. De Oostendse Krekenwandelroute (13 km) is daar een uitstekend voorbeeld van. Het stadsrandbos krijgt steeds meer vorm, de kreken staan op hun mooist en de Groene 62 doet dienst als perfect uitkijkpunt. Een kustwandeling zonder één keer de zee te zien.
Verrassing om de Hoek: Doe-het-zelvers
Geen moment verveling in Kinderboederij De Lange Schuur. De traditionele zaken als een tof speelplein, neerhofdieren, een belevingspad en cafetaria ten spijt werd onze aandacht vooral getrokken door bouwwerf De Kiboe. In een omheind stuk weide kunnen kinderen tussen 8 en 14 jaar met hamer, tang, spijkers en ander gereedschap aan de slag. De max voor creatieve kinderen en eindelijk een activiteit die ook technisch aangelegde kinderen weet te stimuleren. Open van 13.45 tot 16.45 uur, van dinsdag tot zaterdag, tijdens zomermaanden juli en augustus. Andere maanden (tot het herfstverlof) open op woensdag- en zaterdagnamiddag.
Praktisch
*Afstand: 13 km
*Parking en start: Parking Kinderboerderij De Lange Schuur, Stuiverstraat 599 in Stene (Oostende). Eerder kleine parking. Op deze parking start ook de wandeling. Met je rug naar de kinderboerderij volg je rechts de Stuiverstraat.
*Alternatieve parking: Sportpark De Schorre, Sportparklaan (zijstraat van de Stuiverstraat) in Stene. Via wandelpaadjes door het sportpark bereik je vlot de Kinderboerderij.
*Niet geschikt voor rolstoelen en kinderwagens.
*De route is goed bewegwijzerd met zeshoekige bordjes.
Kreken zijn ‘gemaakt’
Natuur kan gemaakt worden. Dat hebben we wel al vaker gezien. Elke ingreep door de mens op zijn omgeving heeft gevolgen. Neem nu de beslissing in 1585 om de duinen van Oostende voor een deel af te graven. Het zeewater stroomde meteen de achterliggende polders in. Dagelijks waren de polders er onderhevig aan de getijdenwerking. Het zeewater zorgde voor een natuurlijke verdedigingswal voor de stad die in handen was van de geuzen.
Geen wonder dat het de Spanjaarden zestien jaar later drie jaar en drie maanden gekost heeft Oostende in te nemen. De belegering van de geuzenstad startte op 4 juli 1601 en duurde tot 22 september 1604. De Oostendenaars kregen de hulp van de Staatsen – de Hollanders, zeg maar. Langs Spaanse kant vielen bijna 77.000 doden, langs Staatse kant bijna 78.000 doden.
De getijdenwerking zorgde voor de vorming van de Oostgeul, de huidige havengeul. Door de overstromingen ontstond een groot slikke- en schorregebied met smalle, diepe kreken. Zoals dat gaat met getijdenwerkingen werd slib afgezet. Toen het gebied al te hoog toegeslibd was, werd het ingedijkt en als landbouwgrond gebruikt. De diepe kreken zijn er nog steeds, zoals de Zoutekreek, de Sluiskreek en vooral de Keignaert. We passeren ze tijdens onze wandeling.
Stadsrandbos in volle ontwikkeling
In het begin van de wandeling trekken we meteen het grasland in. We volgen een heel klein stukje van de vroegere spoorlijn Torhout – Oostende. Als je goed kijkt, zie je er nog sporen van in het landschap. Een afwateringskanaal van de Sluiskreek volgend, komen we aan het stadsrandbos na het oversteken van de drukke Gistelsesteenweg.
Blijf hier het hoofdpad volgen als deze het bos indraait. Met andere woorden, aan het eerste kruispunt ga je naar rechts. Er ontbreekt een wegwijzer.
In het voorjaar van 1996 werden de eerste bomen geplant. Elke winter groeit het bos weer een stukje bij. Ondertussen is het stadsrandbos 75 hectare groot. Bedoeling is dat het bos 150 hectare groot wordt, mede dankzij de impuls van beheerder en volkscoöperatieve BuitenGoed.
- Zelfs de bedrijfswereld doet mee. In het voorjaar van 2014 plantte bouwpromotor Sibomat 4.000 nieuwe bomen langs de E40. Eind 2014 zorgde het consultancy-bedrijf Arcadis voor 9.400 nieuwe bomen. Je kan dit cynisch benaderen en zeggen dat deze bedrijven dit enkel doen om zieltjes te winnen. Maar je kan dit ook als een bijzonder positieve geste zien. Zelf stelt Arcadis dat ze met deze symbolische acties “onze planeet leefbaar willen houden voor toekomstige generaties”.
- In 2009 werd een Vredesbos aangelegd als symbool van de strijd tegen de opwarming van de aarde. Het telt 2,5 hectare.
- In 2002 kreeg Oostende van de stad Genk een gift om 10 hectare bos aan te planten. Voor de aanleg van het Kartingcircuit Horensbergdam moest Genk 10 hectare bos als natuurcompensatie voorzien. Natuurcompensatie houdt in dat waar natuur sneuvelt, er op een andere plaats in Vlaanderen nieuwe natuur moet ‘gemaakt’ worden. Daar Genk zelf al voldoende bos op zijn grondgebied heeft, werden 29.000 boompjes en 5.000 struiken aan Oostende geschonken voor de verdere aanplant van het Stadsrandbos.
Een weetje: 1 hectare bos neemt 11 ton broeikasgassen op per jaar. Dat is het equivalent van de uitstoot van 100.000 autokilometers.
Het stadsrandbos vormt als het ware een groene buffer tussen het woongebied en de E40-autostrade en industriezone. In het bos hoor je wel het constante geraas van de E40, maar het voortdurende gekwetter van de vele vogels die hier hun thuis hebben gevonden, maakt veel goed.
Verdwenen kasteel
We volgen de verkeersvrije Karperstraat tot in het Geuzenbos. Ook dit is een vrij jonge aanplant. Leuk dat het pad meandert tussen de bomen waarbij je af en toe mooie picknickplaatsen passeert. Op deze plaats stond in de middeleeuwen het Quaet kasteel. Het kasteel telde drie à vier torens en had een gracht. De bewoners verlieten halfweg de zestiende eeuw hun domein toen de geuzen de macht overnamen in Oostende en in 1585 de duinen doorstaken. Na het beleg van Oostende was de hele omgeving verwoest en was van het kasteel niet veel meer over dan een ruïne. Eens de laatste steen door buurtbewoners was gestolen, gleed het kasteel weg in de nevelen van de tijd tot een opmerkzame archeoloog sporen terugvond van de contouren van het kasteel. De houten stammen op de open plek in het Geuzenbos dienen om het kasteel af te bakenen.
Het verharde pad is het Noriyuki Inouepad. Quasi onuitspreekbaar, maar dat komt door het nabijgelegen Japanse bedrijf Daikin, bekend van zijn airco’s. Noriyuki (81 jaar) was de vroegere CEO van Daikin. Oostende wil met dit pad zijn dankbaarheid tonen aan het bedrijf dat in de kuststad zijn Europese hoofdzetel heeft geïnstalleerd. In het Koningspark in de stad vind je ook nog de Japanse tuin Shin Kai Tei (vrij vertaald als ‘Diepe Zee Tuin’).
Zilte grassen
Het pad brengt ons tot in Zandvoorde, deelgemeente van Oostende. Hier doen we een stuk van de Zwaanhoek aan. We volgen een robuust knuppelpad aan de zijkant van het dorp. De Zwaanhoek wordt gekenmerkt door een open landschap met weilanden, sloten, moerasjes en rietkragen. Het is in beheer van Natuurpunt. Rechts van het knuppelpad ligt een avonturenspeelplein.
De Zwaanhoek is ontstaan omdat het zeewater moeilijk weg kon uit deze lager gelegen kom. Hier en daar zijn nog brakke ‘waterbellen’ te vinden. Dat betekent dat daar nog zout in het water zit. Als ze niet te diep zitten, verzilten ze het oppervlaktewater met de vorming van zilte graslanden als gevolg. Dit is zo zeldzaam dat Europa dit gebied beschermd heeft. In de winter strijken hier duizenden vriezeganzen neer. In de zomer zie je de traditionele weidevogels zoals de grutto en de slobeend. Er groeien ook wilde orchideeën.
Indrukwekkende kreek
Waar het lijkt alsof het pad ten einde loopt op de Geuzenstraat moet je meteen links voorbij de haag terug een paadje nemen. Het passeert een wijkspeelpleintje. De wegwijzer staat verscholen achter de omheining. We wandelen als het ware in een boog om Zandvoorde. Op de Groenedijkstraat hebben we een mooi zicht op het omliggende polderlandschap. Via de Kapittelstraat komen we aan de indrukwekkende kreek, de Grote Keignaert. Deze diepe kreek deed lang dienst als spuikom.
Na de val van Oostende in 1604 legden dijken de polders weer droog. Maar de havengeul moest gevrijwaard blijven van slib. Tussen 1664 – 1700 en 1721 – 1803 fungeerde de Keignaertpolder als spuikom waar het slib werd afgezet. De geul die zo ontstond tussen de polder en de haven werd de Keignaertkreek. Indijkingen sloten de kreek af van de zee. Na 1803 werd de Spuikom gegraven waar het slib nog steeds werd afgezet. De huidige Keignaertkreek is 11 hectare groot en is een beschermd landschap.
Het pad volgt een tijdje de oevers van de kreek. Aan onze rechterkant passeren we een openluchtversie in miniatuur van het Kuipke in Gent. Het blijkt het oefenveld te zijn van de Zwaantjes Roller Club . Sinds hun bestaan in 1962 rijfde de skeelerclub al heel wat internationale prijzen binnen en waren ze al meermaals organisator van nationale en internationale kampioenschappen.
Langs de kreek staat een vogelkijkhut op hoge stelten. De trap is onderaan begroeid met onkruid, een veeg teken. Het uitzicht boven is prachtig, vooral als de zonnestralen weerkaatsen op het kalme wateroppervlak. We zien een smient, een kuifeend, een fuut en enkele grutto’s.
Perfect uitkijkpunt
Het pad verder volgend komen we weer aan wat vroeger kasteel Quathem was. Via het Geuzenbos komen we terug in de Karperstraat waar we halverwege de Groene 62 op wandelen, een 22 kilometer lange voormalige spoorwegbedding tussen Torhout en Oostende.
De lijn was een onderdeel van de spoorverbinding Oostende – Armentières en werd aangelegd in 1868. Via dit spoor stoomden Parijzenaars in enkele uren naar de Belgische kust. Omgekeerd konden de West-Vlaamse seizoensarbeiders massaal gebruik maken van dit gemakkelijke traject om in Noord-Frankrijk ‘in den ast’ of ander zwaar werk te gaan verrichten. Elke drie kilometer stond een station, nu is enkel nog het station in Moere bewaard gebleven. In 1963 denderde de laatste passagierstrein over de sporen, in 1967 de laatste stoomtrein. Pas in 1984 werden de sporen opgebroken. Nu is het de langste groene as van West-Vlaanderen. De bermen worden beheerd als ware het een natuurgebied.
Opmerkelijk is dat je weinig stijgt of daalt eens je op de spoorwegbedding zit. Op grondgebied Oostende loop je over een verhoogde berm terwijl je in Wijnendale in een holle weg zit. Let als wandelaar wel even op. De Groene 62 is meer een fiets- dan een wandelpad, hou dus goed rechts.
Op de spoorwegbedding hebben we een mooi zicht op het krekengebied, vooral de Sluiskreek en de Zoutekreek tonen zich in al hun glorie. Er is een uitkijkpunt van waaruit je in alle rust kan genieten van het omliggende landschap.
Oase van kinderdromen
De wandeling trekt opnieuw de polders in. We volgen een weidepad tot op de Polderdijk. Rechts staat een bizar monument. Het blijkt een geodetisch signaalpunt uit 1853 te zijn. Vanuit dit punt werden de afstanden gemeten bij de opmaak van kaarten. In de negentiende eeuw stonden wel vaker zo’n bakens in het landschap. Er werd toen met driehoeksmeting gewerkt bij het opmaken van kaarten. Het baken was een van de punten van de driehoek. De meeste geodetische punten zijn verdwenen.
Naast de paal zien we de betonnen fundering van een Duitse geschutskoepel uit de Tweede Wereldoorlog, een onderdeel van de Atlantik Wall.
De Polderdijk verder volgend komen we uit aan de achterkant van kinderboerderij De Lange Schuur, vertrekpunt van onze wandeling. Aan onze linkerkant passeren we de beschermde wielerpiste Schorredroom.
Eindoordeel: Never a dull moment. De Oostendse krekenwandeling biedt heel wat variatie: bossen, weidelandschap, kreken en af en toe een streepje erfgoed. Heerlijke vlakke wandeling, maar enkel aan te raden bij mooi weer. Je hebt nagenoeg geen schuilmogelijkheden. Hou er rekening mee dat de kinderboerderij de enige vorm van horeca is onderweg.
(Marijn Follebout, 6 juni 2016)
Wat vind jij van de Oostendse Krekenwandeling? Laat het hieronder gerust weten.
De Oostendse Krekenwandeling kruist:
Fietsroutes:
- MTB-pad, met vertrek in sportpark De Schorre.
- Groen Lint in Zandvoorde (35 km). Bewegwijzerd in twee richtingen.
- Stadshoeveroute in Zandvoorde (30 km)
- Wijnendaleroute (58 km) op de Groene 62
Christel en ik deden vrijdagnamiddag de 13 km. een heerlijke rustige wandeling, alleen in de verte hoor je een beetje de autosnelweg.
Ze hadden deze wandeling gerust “kreek- en bos- wandeling” kunnen noemen. De bossen zijn nog jong maar tonen zich in september prachtig.
Het geurde als verse thee ( afgevallen dode bladeren). We werden verwelkomd door een bijna tamme valk die ongestoord zijn prooi oppeuzelde op een paaltje 5 meter bij ons vandaan. De groene 62 stapt gemakkelijk en gelukkig waren er niet vaak fietsers, maar wat een kruidenweelde aan de zijkanten! Natuurlijk jammer dat we slechts op het einde, in de kinderboerderij een heerlijke ‘Keyte’ konden proeven. Het enige cafeetje na een kleine omweg in Zandvoorde was jammer genoeg gesloten. We wisten nochtans van een vorige wandeling dat dit exclusieve ouderwetse plekje een ommetje van 400 meter waard was.
Besluit: een aanrader voor al wie graag wat meer kilometers wil in een prachtige rustige natuur.
heel interessante web,veel wetenswaardigheden
Om de drukte aan zee te vermijden kozen we gisteren voor deze wandelroute. Het was echter een tegenvaller. De eerste lus gaat door natuur, afwisselend bos en weidse vergezichten. Maar de 2de lus gaat helemaal door bebouwd gebied, huizen, betonwegen,…. om het park van Zandvoorde te zien was dit echt al die kilometers niet waard. Je komt wel langs de vijver van het Keignaert -natuurdomein maar van het domein zelf zie je niks want je wandelt langs een padje met aan de enen kant een vijver en aan de andere kant weeral huizen. Ze hadden de wandeling beter maar half zo lang gemaakt. We hadden dus echt geen goed wandelgevoel bij deze wandeling. We zijn beter gewoon van natuurpuntwandelingen.
Beste Arlette,
Ik kan u verzekeren dat er heel wat verborgen pareltjes in Zandvoorde te vinden zijn. Echter moet je ze inderdaad wel weten te vinden. Als u vragen stelt aan de Zandvoordenaars, zullen ze u met veel plezier de weg ernaartoe wijzen. Ook de geschiedenis over het krekenlandschap en de Keignaert is bijzonder boeiend… Als u dan meer achtergrondinformatie weet over het verdwenen kasteel Duyvelstorre, krijgt die plek een magische betekenis!
Mvg
Brend Vantournhout