Het glooiende, landelijke Sint-Lievens-Houtem in Zuid-Oost-Vlaanderen leent zich perfect voor een mooie wandeling door bossen en velden. Onderweg veel religieus erfgoed, maar ook een aantal prachtige en goed bewaarde holle wegen. Als poort naar de Vlaamse Ardennen is dit bosrijk gebied een voortreffelijke smaakmaker voor de regio.
Verrassing om de Hoek: het mekka van de trage wegen
Sint-Lievens-Houtem telt op zijn grondgebied niet minder dan 110 kilometer aan trage wegen. Een zegen voor de wandelaar. De veldwegen dwarsen percelen, leiden langs bosranden en brengen je op de meest verrassende plaatsen. De dienst Toerisme van Sint-Lievens-Houtem werkte verschillende wandelingen uit via dit complex netwerk aan kerk- en veldweggetjes.
Praktisch
*Afstand: 11,5 km
*Parking: Hofkouter (GPS: Hofkouter, Sint-Lievens-Houtem)
*Bewegwijzerd met zeshoekige bordjes met opschrift Cotthem wandelroute.
De wandeling is goed bewegwijzerd. Hier en daar kan een bordje wel verscholen zitten in het groen.
*Start: Wandel van de Hofkouter naar de markt. Steek de markt over en sla de eerste straat links, de Kloosterstraat, in. Dit is de straat die onder andere naar de sportterreinen leidt. Volg de Kloosterstraat helemaal rechtdoor tot aan de T-splitsing waar je het eerste zeshoekige bordje zal zien staan die je naar links door het bos stuurt.
*Opgelet: Wegens werkzaamheden aan de markt van Sint-Lievens-Houtem (tot maart 2018) is de markt soms moeilijk bereikbaar. Je kan er als voetganger steeds voorbij.
*De wandeling is niet geschikt voor kinderwagens en rolstoelen. Stevige wandelschoenen zijn aan te raden.
*Geschikt voor honden (aan de leiband).
*Horecatip: Biercafé De Pikardijn, Cotthem 6, Sint-Lievens-Houtem. Open op vrijdag vanaf 18 uur, zaterdag vanaf 16 uur en zon- en feestdagen vanaf 12 uur. Je kan er ook eten. Er is een speeltuin voor de kinderen.
Gevarieerde natuurwandeling
Mijn ouders houden wel van een stevige wandeling. Hoewel mijn vader naar eigen zeggen de Vlaamse Ardennen tot in elk hoekje heeft verkend, is ook voor hem de Cotthemroute in Sint-Lievens-Houtem een complete verrassing. De leuke afwisseling van bos en akkers, verharde en onverharde wegen, glooiend en vlak landschap maakt van de Cotthemroute een gevarieerde en prachtige natuurwandeling.
Heilige zorgt voor jaarmarkt
De markt van Sint-Lievens-Houtem is het op een na grootste marktplein van Vlaanderen. Het wordt op dit moment heraangelegd. De werken duren nog tot maart 2018. Pronkstuk op de nieuwe markt wordt een overdekte markthal van 2.000 vierkante meter. “Zodat geen enkel evenement in het water valt”, klinkt het bij het gemeentebestuur.
Het grootste jaarlijkse evenement is ongetwijfeld de jaarmarkt op 10, 11 en 12 november. Houtem Jaarmarkt is zelfs erkend als uniek werelderfgoed door UNESCO. Eigenlijk is de jaarmarkt als bij toeval ontstaan:
De heilige Livinus, een Ierse bisschop die deelnam aan de kerstening van het Europese vasteland stierf op 12 november 657. Livinus gaf zijn naam aan Sint-Lievens-Houtem. Houtem slaat op het groot aantal bossen die hier toen nog groeiden.
In de middeleeuwen kwam een bedevaart op gang van Gent naar Sint-Lievens-Houtem onder impuls van de Sint-Baafsabdij. Die bedevaart zorgde voor contacten met wevers in Gent, al eeuwenlang een bastion in de textielnijverheid. Veel inwoners van Sint-Lievens-Houtem begonnen met thuisnijverheid als wever of spinner om de afgewerkte producten door te verkopen aan de Gentse wevers. De bedevaart hield op te bestaan in 1540, maar de thuisnijverheid en de contacten met Gent droogden daarmee niet op. Pas met de Industriële Revolutie, toen de mechanische aangedreven spintoestellen, de Mule Jenny, in Gent opdoken, kreeg de thuisnijverheid in Sint-Lievens-Houtem het moeilijk.
Pas in 1911 kon Sint-Lievens-Houtem zich herpakken toen verschillende Houtemnaars aan de slag konden bij Etablissements Saey. Ze produceerden er lakenstof en handdoeken. De fabriek ging in 1977 over kop. Een deel van de gebouwen doet nu dienst als cultuurcentrum De Fabriek in de Fabrieksstraat 19, op amper twee straten van de markt.
Samen met de bedevaart kwam er vanaf de middeleeuwen ook een jaarmarkt op gang. Eerst sporadisch toen groepjes kooplui garen wisten te spinnen bij al die brave bedevaartgangers, maar gaandeweg werd de jaarmarkt meer een kermis en verwaterde de bedevaart. In 1540 werd de bedevaart afgeschaft door keizer Karel. Van dan af werd volledig de kaart getrokken van de jaarmarkt.
Op 11 november vindt de paardenkeuring plaats en op 12 november staan meer dan 500 marktkramers luidkeels hun waren te verkopen. De Jaarmarkt is een volksfeest waar bezoekers van ver op afkomen. Een verkoop van een rund of paard wordt er nog traditioneel afgesloten met een ‘handjeklap’.
Walhalla van brandnetels
Eens voorbij de sportterreinen en de bebouwing komen we meteen in het natuurgebied van de Cotthembeek die zijn naam gaf aan deze wandeling. De meanderende beek met zijn helder water ziet er lieflijk uit, maar we zien helaas teveel afval op zijn oevers liggen. Blijkbaar slaan sluikstorters in dit mooie natuurgebied graag toe. Het infobord van Natuur en Bos meldt dat het Cotthembos vooral in het voorjaar (februari tot mei) een attractie is als onder andere de wilde boshyacint en de daslook in bloei staan. Het bos op de soms steile heuvelflank is een plezier om door te stappen, dat zullen we ook op het einde van de wandeling goed kunnen ervaren.
Langs beide kanten van het pad staat het vol brandnetels. Dit stekelige onkruid wordt door chef-kok Jeroen Meus omgetoverd tot een heerlijk gerecht met stukjes kruidenomelet. Keukenpieten doen dus maar beter hun handschoenen mee op deze wandeling. 400 gram brandnetels is voldoende voor vier personen.
Geen centjes, alstublieft
Net voor we opnieuw de velden intrekken, passeren we een kapel dat als monument wordt beschermd. De hele route vinden we kapelletjes en mariabeeldjes op onze weg. Het zijn bakens in het landschap en getuigen van de band dat de plattelandsbewoners vroeger hadden met religie. Een landbouwer richtte een kruisje op om een goede oogst af te smeken, een ander deed het om zijn geliefde te laten genezen.
In het geval van de Livinuskapel is er meer aan de hand. Livinus van Gent zou geboren zijn in 580 in Ierland en op 12 november 657 vermoord in Sint-Lievens-Esse. Hij bereikte een voor die tijd respectabele leeftijd van 77 jaar. Hoewel zijn naam bekend is van Maastricht tot Gent is het helemaal niet zeker of de man ook echt geleefd heeft. Nochtans heeft de heilige een eigen praalgraf in de Sint-Michaëlkerk van Sint-Lievens-Houtem. Om zichzelf wat meer prestige te geven, zogen abdijen als de Sint-Baafsabdij in Gent maar wat graag Ierse bisschoppen uit hun duim die als missionaris een tijdje in ‘hun’ abdij zouden hebben verbleven.
De Ierse bisschop Livinus was als missionaris erg actief in de ruime regio rond Aalst. In Sint-Lievens-Esse werd hij op 12 november 657 aangevallen door een groep heidenen die hem zijn hoofd afhakten. Ook zijn volgelingen werden gedood. De onthoofde kon zich nog voortslepen tot in het centrum van Sint-Lievens-Houtem. Waar de Livinuskapel staat, plantte hij zijn stok neer waardoor een bron ontstond. Er zijn in heel Vlaanderen dergelijke bronnen te vinden die toegeschreven worden aan de wandelstokken van heiligen. Het water zou heilzame eigenschappen hebben, maar na een blik in de waterput naast de Livinuskapel weet je al dat dit op vandaag niet meer geldt…
In de steile flanken naast de Cotthembeek zijn meerdere bronnetjes terug te vinden.
De marteling van de heilige Livinus werd door Rubens vereeuwigd in 1633. Het monumentale werk zit in de collectie van het Museum voor Schone Kunsten in Brussel. Het heerlijke Pater Lieven-bier van brouwerij Van de Bossche verwijst naar de heilige.
Er staat al zeker meer dan 500 jaar een kapel op deze plaats. De vorige versie werd in 1583 verwoest door de geuzen waarna ze pas in 1640 werd heropgebouwd. Binnen is alles spik en span. Het enige wat tegen de borst stuit, is het offerblok waar expliciet wordt gevraagd om geen 2 en 5 eurocentjes te deponeren. Wie het kleine niet eert…
Doodzonden biechten
Na de Livinuskapel storten we ons in helemaal in het landelijke Sint-Lievens-Houtem. Trage wegen leiden langs akkers en langs de achterkant van tuintjes. Mijn vader heeft de ergerlijke gewoonte om ‘paden te ruimen’ voor wie na hem komt. Takken op het pad schuift hij langs de kant, stenen legt hij samen op een hoopje, een vuile wegwijzer poetst hij proper…. Heel nobel van hem, maar het betekent wel dat je als reisgenoot wat geduld moet oefenen. Wie na ons komt, krijgt dus een proper pad voor de voeten.
Op een kruispunt van onverharde veldwegen staat het witte Sint-Anna-Kapelletje. Hier mochten misdadigers die tot de galg waren veroordeeld nog een laatste keer bidden. De galg stond rond het jaar 1400 op de Balei, het hoogste punt van de streek waar we straks langs passeren.
De route van Wellington
Een eeuwenoude holle weg, Rot genaamd, voert ons naar het hoogste punt van deze wandeling. De Balei ligt op 83 meter boven de zeespiegel. Een Romeins legioensoldaat (foto) op de Y-sprong herinnert aan de Romeinse aanwezigheid in deze streken. Ook de straatnaam ‘Oude Heerweg’ wil zeggen dat op dit traject een Romeinse heirbaan liep die Boulogne-sur-Mer via Velzeke met Tongeren verbond. Tot in de 18e eeuw werd deze straat als hoofdweg gebruikt tussen Aalst en Oudenaarde. Toen Wellington ten strijde trok tegen Napoleon in 1815 zou hij met zijn geallieerd leger hier ook zijn gepasseerd. Daar zijn geen bewijzen van.
Korte Keten moet toegejuicht worden. Op de Oude Heerweg passeren we het landbouwbedrijf ‘Kropje Hermie’ waar ze grondwitloof in het seizoen en aardappelen verkopen, rechtstreeks aan de consument. Witloof werd pas eind negentiende eeuw in deze streek ingevoerd en in eerste instantie met argusogen bekeken.
De route trekt dwars door weidse akkers en langs prachtige bosranden
Oude trambedding
De Heerweg blijft een tijdje de ‘kam’ volgen. We krijgen een mooi uitzicht voorgeschoteld op de Denderstreek aan onze linkerkant. Na een brugje moeten we afdalen naar een voormalige trambedding.
We kruisten deze trambedding al even toen we aan de Livinuskapel stonden.
De trambaan ging van Gent tot Geraardsbergen en had een stopplaats in de textielfabriek van Saey. Hoewel de tram ook personen vervoerde, was het spoor vooral bedoeld om goederen te vervoeren. Vanuit Gent werden kolen en grondstoffen aangevoerd. In omgekeerde richting werden de afgewerkte textielproducten afgevoerd. Met de opkomst van bussen (voor personen) en vrachtwagens (voor goederen) verloren dergelijke buurtspoorwegen aan belang en werden ze opgedoekt in de loop van de jaren vijftig.
Nu is dit stuk een aangename fiets- en wandelroute. Waar de route eindigt, bevinden we ons op het grondgebied van Herzele. De wandeling trekt al gauw weer dwars door akkerland waar een stevige wind opsteekt. Het uitzicht op de uitgestrekte velden is fantastisch. Hier heerst vrijheid.
Balegemse zandsteen
In het centrum van Hillegem, deelgemeente van Herzele, valt de neogotische Sint-Bartholomeuskerk op door zijn twee soorten gesteente in het gebouw. Het schip is van baksteen, terwijl de toren is opgetrokken uit Balegemse zandsteen. Dat is een gesteente dat hier in de regio wel vaker te vinden is. De groeve wordt geëxploiteerd in Balegem, maar ook aan de Cotthembeek vind je hier en daar plekken waar de zandsteen aan de oppervlakte komt. Het kalkrijk gesteente bevat vaak fossielen zoals haaientanden, van de tijd dat in onze streken nog een zee over ons heen spoelde. Bijna alle kerken in de regio en ook een groot aantal historische gebouwen in Gent zijn gebouwd met Balegemse zandsteen.
In de Diepestraat passeren we de achterkant van ‘Hof de Meierij’. Deze hereboerderij was in de negentiende eeuw in handen van de familie De Cock die honderd jaar lang de burgemeester leverde van het kleine dorpje. Let even op het bordje ‘Melkmachine Persoons’ op de witte muur. Dat slaat op de NV Ontroomers Persoons uit Tildonk in Vlaams-Brabant. De fabriek kende zijn hoogdagen tussen 1900 en 1930. Waarschijnlijk moeten we dit bordje in die tijd situeren. In 1954 sloot Persoons de deuren omdat er op boerderijen in Vlaanderen bijna geen boterbereidingen meer werden geproduceerd.
Tientallen streekbieren
Via een holle weg klimmen we naar de onverharde Oudeheerweg, de voormalige Romeinse heirbaan. Een eenzame eik staat prachtig te wezen tussen het wuivende gerst.
Via de afdaling komen we in Cotthem, een gehucht met boerderijen die enkele eeuwen oud zijn. Twee mannen staan te praten voor de Lourdesgrot. De grot is gebouwd in 1954, een Mariajaar. Eén van hen – hij wil niet op de foto – stak er net een kaarsje aan voor zijn zieke vrouw.
Goed verscholen in het groen ligt aan de overkant van de weg de tuin van biercafé De Pikardijn. Via een hekje in de haag stap je er zo binnen. Je vindt er meer dan 200 streekbieren en een aantal lekkere biergerechten. Voor de kinderen is er een speeltuin.
Het laatste stuk van de wandeling is het mooiste. Waar we de Cotthembeek opnieuw passeren, volgen we een tijdje de bosrand om dan dwars door het lieflijke Cotthembos te gaan. In de vroege ochtend zijn hier zeker reeën te zien. We passeren een grote weide waar geurige bloemen bloeien. Natuur en Bos wil hiermee meer kansen geven in de winter aan de lokale fauna zoals de geelgors en de haas. Ook de plaatselijke Natuurpunt-vrijwilligers hopen op een stralende toekomst voor het Cotthembos. “Het landschap in en rond Cotthem vertelt een divers en interessant verhaal dat onze aandacht meer dan verdient”, zegt Erwin Declercq van Natuurpunt Houtem. “Dit lijkt recentelijk meer en meer door te dringen. Als nu ook nog de bewoners en bezoekers dit gebied met het nodige respect behandelen, dan kan iedereen nog lang van dit leesbare landschap genieten.”
(Marijn Follebout, 15 mei 2017)
Wat vind jij van de Cotthemroute? Laat het hieronder gerust weten.
De Cotthemroute passeert
Wandelroutes
*Natuurwandelingen in de deelgemeenten van Sint-Lievens-Houtem (9,5 tot 12 km)
Ruiterroutes
*Jaarmarktroute (13 km)