Een enquête van de provincie Vlaams-Brabant wees uit dat vooral geoefende wandelaars voor het heuvelachtige Pajottenland kiezen. Het prachtige wandelnetwerk met zijn vele trage wegen die het gebied doorkruisen, verdient meer aandacht. Op één punt heeft de enquête van deze zomer wel gelijk: het Pajottenland heeft nood aan meer authentieke cafés.
Verrassing om de Hoek: Centrum van de wereld
Moeilijk voor te stellen dat in het nu verstilde Vollezele tot in de jaren vijftig ‘de champagne van de trappen liep’. Kopers kwamen uit heel Europa en soms zelfs uit de VS voor een Brabander, wat een synoniem is voor Belgisch Trekpaard. De hoogdagen situeren zich tussen 1870 en 1950 met de grootste piek voor WO I. In 1910 bijvoorbeeld werden 34.599 trekpaarden uitgevoerd. De verkochte paarden werden met een speciaal daartoe gebouwde tram weggebracht. De grote hoeves die we onderweg passeren, herinneren aan die gloriejaren. Elke verkoop werd beklonken met een feestmaal en bubbels.
Praktisch
*Afstand: 12,2 km
*Gratis parking: Bakkerstraat, Vollezele. Rond de Sint-Pauluskerk
*Volg knooppunten: 631 (kerk) – 630 – 642 – 632 – 639 – 635 – 634 – 633 – 626 – 625 – 624 – 623 – 628 – 629 – 630 – 631.
*Niet geschikt voor rolstoelen en kinderwagens
*Museum: Museum van Belgisch Trekpaard (Oudstrijdersplein 4) in Vollezele is tussen 1 maart en 31 oktober elke zondagnamiddag open van 13.30 tot 17 uur. Op andere momenten enkel voor groepen vanaf 10 personen na afspraak via museum.trekpaard@hotmail.com. Toegang kost 3 euro per persoon.
De stamvader
Voor het Museum van het Belgisch Trekpaard staat een standbeeld van Brillant (1868 – 1893), het eerste Belgisch Trekpaard in een rij van vele kampioenen, ontstaan door een intelligente kruising van verschillende rassen. “Het is nochtans zijn broer Jupiter die voor de meeste mannelijke nakomelingen heeft gezorgd”, zegt Marc Stalpaert, ondervoorzitter van het museum en geboren Vollezelenaar. De gewezen veearts troont ons rond in het charmante, maar kleine museum in het voormalige gemeentehuis. Hij vertelt vol affectie over de geschiedenis van het beroemde paardenras. “Het zijn kalme paarden met bijzondere eigenschappen en een ongelooflijke kracht.” Marc woont op de flank van de Congoberg en heeft er zelf ook twee merries lopen: mama Linda en dochter Lotte van de Congoberg van Vlaams-Brabant. De provincie Vlaams-Brabant geeft een veulenpremie van ongeveer 200 euro bij elke geboorte, vandaar het suffix. “De laatste jaren worden mede dankzij de premie weer meer veulens geboren”, aldus Stalpaert.
Het Belgisch Trekpaard werd met de opkomst van grotere tractoren wat naar de achtergrond geduwd. Toch kan je de paarden nog aan het werk zien in de bosbouw in de Ardennen of samen met de garnalenvissers in Oostduinkerke. Er zijn hier en daar ook nog boeren die met trekpaarden hun land bewerken.
Voor het plezier
In de lichtjes vervallen hoeve Harras van Vollezele, de eerste hoeve op onze linkerkant in de Repingenstraat, werden de eerste Brabanders geboren. Haras is Frans voor een stoeterij waar enkel hengsten worden geboren. De paarden zijn sinds de jaren vijftig verdwenen en hebben plaats gemaakt voor suikerbieten. De hoeve is nog steeds bewoond door nazaten van de eerste fokker Remi Vanderschueren (1848 – 1902). De wandeling draait rond de hoeve waardoor je een beeld krijgt van zijn omvang. We passeren verschillende voormalige stoeterijen onderweg.
Remi Vanderschueren was een creatief fokker afkomstig uit de Denderstreek. In de 19de eeuw had de landbouw nood aan paarden met een betrouwbaar en rustig karakter. Vanderschueren kruiste drie rassen: de ‘Grijzen uit de streek van Nijvel’, de ‘Kolossen uit de Méhaignestreek’ in de Ardennen en de ‘Dikken uit de Denderstreek’. Zo werd het Brabants Trekpaard geboren. In 1869 vestigde Vanderschueren zich in Vollezele dat al snel het mekka van dit robuuste paard werd.
Belgische Trekpaarden worden nu voornamelijk nog voor het plezier gefokt. De kasteelheer van Vollezele heeft nog een groot aantal paarden in bezit. In de weide tussen de Molenstraat en de Kasteelstraat, tussen knooppunten 635 en 634, staan een tiental van zijn paarden vredig te grazen. Ook op en rond de Congoberg is de kans groot dat je de prachtige dieren kan spotten.
Eerste stiltegebied
Na een korte doortocht door het centrum van Vollezele brengt de Hulstraat ons in het stiltegebied Dender-Mark. Links krijgen we een panorama op de Markvallei, rechts op de Dendervallei in Oost-Vlaanderen. Een typisch uitzicht op onze wandeling.
Dit eerste stiltegebied van Vlaanderen volgt de provinciegrens tussen Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant. Het grootste deel van de wandeling zouden we niet meer dan 40 decibel mogen horen, een aantal quad-eigenaars beslissen daar anders over. Elk diertje zijn pleziertje.
Het zijn vooral de stiltepaadjes die onze wandeling kleur geven. Ze liggen goed verstopt achter een tuin, tussen twee weiden of langs een bosrand de loop van een beekje volgend.
Gehucht vol mijnwerkers
De Congoberg (100 meter boven de zeespiegel) is vooral bij wielertoeristen een gekende getuigenheuvel in het Pajottenland. De ‘berg’ is genoemd naar de vele mijnwerkers die hier woonden. Ze gingen met de fiets naar de Waalse koolmijnen en als ze ’s avonds thuis kwamen, zagen ze zwart als roet. Vermits politieke correctheid in de 19e eeuw nog moest worden uitgevonden, werd de heuvel ‘Congoberg’ gedoopt naar de enige zwarte mensen die de Belgen toen kenden. Voor de kerk van Vollezele staat een buste als eerbetoon aan de mijnwerkers.
Voor we de top van de Congoberg bereiken, passeren we een heel mooie zomereik in de Hulstraat. De eik dong in 2016 mee naar de titel ‘boom van het jaar’, maar moest de duimen leggen voor de dorpslinde van Massemen, deelgemeente van het Oost-Vlaamse Wetteren. De linde kon een mooier CV voorleggen en won de verkiezing met 6.546 stemmen tegenover 728 stemmen voor de zomereik. De aanhang van de honderdjarige eik is dan ook beperkt tot het lokale dorpscomité ‘Café Congo’ die onder zijn brede kruin komt buurten.
In de jaren tachtig werden bij opgravingen werktuigen van de Neanderthaler gevonden op de Congoberg.
Monumentaal kunstwerk
Bij de afdaling van de Congoberg, net voor knooppunt 624, zien we in een weide verderop een groots kunstwerk staan, ‘De ontvoering van Europa’. De Fenicische prinses Europa wordt voorgesteld als een venusfiguur uit de oudheid. Ze zit op de rug van een rennende stier die de god Zeus moet verbeelden. Het prachtige werk is van de lokale kunstenaar Koenraad Tinel (83) en komt in deze kale weide helemaal tot zijn recht. Het uitgestrekte landschap rond Vollezele zou baat hebben bij meer van dit soort kunstwerken.
Tot slot
De Panoramawandeling biedt geweldig veel variatie. Het eerste deel van de wandeling krijgen we een paar kuitenbijters voor de voeten geschoven terwijl we door kleine kerkpaden wandelen, langs de achterkant van tuintjes en dwars door velden trekken. Na het voor de tweede keer oversteken van de drukke Ninoofsesteenweg volgt het tweede deel van de wandeling. Het landschap is er weidser, met meer prachtige uitzichten, maar we blijven die verrassende paadjes aandoen. Een topwandeling voor wie tegen een spatje modder kan.
(Marijn Follebout, 10 november 2016)
Wat vind jij van de Panoramawandeling? Laat het hieronder gerust weten.
De Panoramawandeling kruist:
Wandelroutes
*Brillantwandeling (3,5 km)
Fietsroutes
*Valleitjesroute (31 km)
*LF 6 Vlaanderen Fietsroute (360 km)
*Markroute (45 km)